Paragraaf Investeringsplan

In deze paragraaf staat het meerjareninvesteringsplan centraal. Het plan heeft 2 doelen:

• het geven van inzicht in de lopende investeringen
• het voorleggen van voorgenomen investeringen aan de gemeenteraad

Het vaststellen van de begroting (en daarmee het investeringsplan) is de basis voor het uitvoeren van de investeringen. Daarbij is het totale investeringsbedrag per programma leidend. De opgenomen investeringsbedragen in 2021 en 2022 zijn na het vaststellen van deze begroting direct beschikbaar voor uitvoering. De investeringen in de jaren daarna zijn meer een doorkijk.
Investeringen waarvan de kaders nog onvoldoende duidelijk zijn leggen we apart aan de gemeenteraad voor. Ook als in 2022 extra investeringen nodig zijn leggen we afzonderlijke voorstellen aan de gemeenteraad voor tenzij ze passen binnen het bestaande beleid en de samenhangende kosten zijn afgedekt en dus geen extra geld kosten.

Investerenis het aanschaffen van goederen met een meerjarig nut. Bij investeringen is er een onderscheid tussen investeringen met een economisch nut en investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut. Tot 1 januari 2017 activeerden we alleen investeringen met een economisch nut. Investeringen met een maatschappelijk nut schreven we in één keer af. Sinds 1 januari 2017 moeten we investeringen met een maatschappelijk nut ook activeren. Dat staat in de verslagleggingsvoorschriften (BBV). Daarnaast is er een onderscheid in vervangingsinvesteringen en nieuwe investeringen. Vervangingsinvesteringen worden gedaan ter vervanging van oude al bestaande investeringen. Alle overige investeringen zijn nieuwe investeringen.

Het investeringsplan bestaat uit twee onderdelen:

Lopende investeringen
Dit zijn investeringen die we op dit moment uitvoeren. De kredieten hiervoor heeft de raad eerder al vastgesteld.

Geplande investeringen
Dit zijn investeringen die we van plan zijn te gaan doen.

Dit onderscheid geeft inzicht in wat er al loopt en wat nog planvorming is. Het geeft daarmee een beeld van waar nog keuzes in te maken zijn en waar niet.

In de volgende tabel geven we een overzicht van de lopende investeringen per 2 september 2021. We laten per programma zien hoe groot de beschikbare investeringskredieten zijn, hoeveel we daarvan tot nu toe besteed hebben en welk bedrag we nog moeten uitgeven.

Toelichting lopende investeringen

Programma 2. Werk, inkomen en onderwijs
De investeringen in dit programma hebben betrekking op onderwijs. Dit betreft kredieten van de Brede school Lith (€ 5,5 miljoen) en 't Schrijverke Herpen (€ 4,5 miljoen). Voor beide investeringen geldt dat ze bijna volledig besteed en afgerond zijn. Verder zijn er kredieten voor de infrastructuur bij 't Schrijvertje (€ 684.000), Nicolaasschool (€ 420.000) en Korenaer/Kennedyschool (€ 265.000). voor deze investeringen is een aanvang van de werkzaamheden gemaakt.  De bijdrage voor de inpandige verbouwing van het Hooghuis (€ 135.000) staat nog open.

Programma 3. Ontmoeten, sport en cultuur
De investeringen binnen dit programma zijn te splitsen tussen ontmoeten (€ 1,6 miljoen) en sport (€ 2,5 miljoen).
Het krediet van ontmoeten betreft de herbestemming van het Raadhuis in Ravenstein (€ 1,2 miljoen, inclusief het aanvullend krediet i.v.m. asbestsanering), De Koppelinck (€ 316.000) en de inrichting voor de Iemhof (€ 100.000). De lopende investeringen die onder sport vallen zijn: Rijsbos Oijen renovatie € 579.000 deze is zo goed als afgerond en zal met de jaarrekening 2021 worden afgesloten, de renovatie van de gymzalen Ruwaard en Verdistraat (totaal € 1,6 miljoen) en kunstgras voor KV DOT en MHC (totaal € 324.000).

Programma 5. Zuinig op ons klimaat

De grootste lopende investering in dit programma is de activering van een deel van de N329/ Weg van de Toekomst, namelijk € 12,2 miljoen. Hiervan staat nog € 1 miljoen open om te besteden. We sluiten dit krediet in 2021 af. De kapitaallastenruimte die hiermee vrijkomt willen beschikbaar houden voor de aansluiting van de noordelijke randweg zoals toegelicht bij de 3O-ontwikkelingen op dit programma en bij programma 7. Verder zijn er investeringen voor de vervanging van de minicontainers en aanpassingen van de registratiesystemen (totaal € 2,6 miljoen) zoals vastgesteld vanuit het nieuwe afvalbeleid. Ook bevat dit programma de investering van het duurzaamheidsplein met een krediet van € 2,3 miljoen, deze is afgerond en zal met de jaarrekening 2021 worden afgesloten.
Daarnaast lopen er nog 3 kredieten in de openbare ruimte, vergroenen stadshart € 500.000, talentencampus infra € 325.000 en Speeltoestellen bij de Meteoor € 100.000.

Programma 7. Mobiliteit
Binnen dit programma hebben we kredieten opgenomen voor handhavingsapparatuur (€ 45.000) en voor de vervanging van parkeerautomaten (€ 515.000). Beide kredieten zijn in uitvoering.

Programma 8. Aantrekkelijk wonen in Oss
Binnen dit programma is het krediet van € 575.000 opgenomen voor uitbreiding standplaatsen woonwagens. Tot op heden zijn hier nog maar beperkt uitgaven op gedaan.

Programma 10. Besturen in verandering van tijden
De kredieten binnen dit programma zijn als volgt te clusteren: € 550.000 voor meubilair, € 3,8 miljoen voor ICT en € 1,3 miljoen voor Rollend materieel. De investeringen in meubilair zijn al in 2020 grotendeels uitgevoerd. Voor de resterende kredietruimte wordt in verband met COVID-19 bekeken hoe we dit nog gaan besteden. ICT heeft van de € 3,8 miljoen nog € 1 miljoen bestedingsruimte over. In 2021 is op ICT gebied met name geïnvesteerd in de Back-up infrastructuur storage en voor vervanging en nieuwe uitrol van laptops voor de medewerkers. Deze projecten lopen nog.

Bij Rollend materieel betreffen de grootste nog uit te voeren investeringen diverse zoutstrooiers (€ 260.000).

* De investeringen in deze programma’s betreffen investeringen vanuit het meerjaren investeringsplan (MIP) vastgoed. Hierover rapporteren we ook in de paragraaf Integraal Voorzieningenbeleid.

Vanuit de verslagleggingsvoorschriften dienen de directe uren die medewerkers besteden aan reguliere investeringsprojecten te worden geactiveerd. Dit betreft uren op de vastgoedprojecten onder programma 2 en 3 en uren op de investeringen in de openbare ruimte onder programma 5, 6 en 7. Dit leidt tot een voordeel op de personeelskosten, deze komen tegen de gemiddelde afschrijvingstermijn van de projecten terug als kapitaallasten. Onder de 3O-ontwikkelingen bij programma 10 zijn de financiële effecten hiervan toegelicht.
Voor de kredieten uit bovenstaande tabel betekent dit dat deze opgehoogd zullen worden met een component voor uren die hier aan besteed worden. Deze zijn nog niet inbegrepen in bovenstaande tabel.
Voor de vastgoedprojecten rekenen we jaarlijks op € 484.500 aan toe te rekenen loonkosten op de projecten, voor de openbare ruimteprojecten rekenen we jaarlijks € 615.500 toe.

Voor de kredieten worden deze uren als volgt verdeeld:

Dit leidt tot de volgende extra kapitaallasten