Paragraaf verbonden partijen

Gezondheidsdienst Hart voor Brabant (GGD)
De GGD heeft voor het jaar 2020 de schriftelijke toezegging gekregen van het ministerie van VWS voor compensatie van alle gevolgkosten en gederfde inkomsten als gevolg van de GGD taken in de bestrijding van COVID-19. Doordat ook de overige meer en minderkosten werden vergoed door VWS hebben de financiële gevolgen van COVID-19 geen impact gehad op de gemeentelijke bijdrage. VWS heeft toegezegd dat de compensatie ook geldt voor 2021. Dit impliceert dat opgelopen achterstanden in de reguliere dienstverlening GGD 2020 die mogelijk pas in 2021 worden ingehaald, ook worden gecompenseerd. In de begroting 2022 van de GGD is, door de grote onzekerheid over de mate of de beheersing en bestrijding van het coronavirus nog doorloopt in 2022, geen rekening gehouden met extra kosten. Voor het jaar 2022 is de verwachting dat COVID-19 ook geen impact heeft op de gemeentelijke bijdrage. Mochten de corona GGD-taken in 2022 nog niet voorbij zijn dan wordt ervan uitgegaan dat het rijk deze zal compenseren.
Op 1 januari 2022 vormen de gemeenten Landerd en Uden de nieuwe gemeente Maashorst en vormen de gemeenten Boxmeer, Cuijk, Grave, Mill en Sint Hubert en Sint Anthonis de nieuwe gemeente Land van Cuijk. Vanwege het ontstaan van deze nieuwe gemeenten wordt de GR na zienswijze van de raden (in 2020) aangepast. Op 25 november 2020 neemt het algemeen bestuur van de GGD hier een besluit over.

Kleinschalig Collectief Vervoer (KCV)
Als gevolg van COVID-19 is het WMO-vervoer begin 2020 nagenoeg stil komen te liggen. Met de versoepeling van de maatregelen per 1 juli 2020 was het vervoer weer langzaam op gang aan het komen. In de laatste vier maanden van 2020 lag het vervoer gemiddeld rond de 50% ten opzichte van 2019. Met de aangescherpte maatregelen daalt het vervoer vanaf eind december 2020 weer sterk. In de eerste vier maanden van 2021 ligt het ligt het vervoer nog steeds rond de 50% ten opzichte van 2019. Op dringend advies van Rijk en de VNG zijn met de vervoerder afspraken gemaakt over gedeeltelijke doorbetaling, om te voorkomen dat de continuïteit van het zorgvervoer in gevaar komt. Deze regeling gaat uit van flexibele tarieven, die mee bewegen met het vervoersvolume.
De verwachting is dat het vervoer en het gebruik daarvan eind 2021 of in 2022 weer gaan normaliseren. Dit is afhankelijk van de ontwikkelingen rondom COVID-19 en de maatregelen.

Omgevingswet
De toekomstige Omgevingswet (Ow) wordt één van de grootste wijzigingen in de wetgeving voor het fysieke domein van de afgelopen decennia. De wet bundelt 25 wetten, 120 sectorale AMvB’s (Algemene Maatregelen van Bestuur) en honderden ministeriële regelingen. De uitgangspunten van deze wet zijn participatie en integrale aanpak op basis van vertrouwen, met als doelen minder en overzichtelijkere regels, meer ruimte voor initiatieven van inwoners en bedrijven en lokaal maatwerk.
De wet treedt 01-01-2022 in werking, in juni 2020 beoordeelt het ministerie of deze datum ook echt haalbaar is. Dit vraagt veel voorbereiding van de overheden en ook de omgevingsdienst. We werken hierin samen met de overheden (provincie, waterschappen en gemeenten) en adviesdiensten (omgevingsdienst, veiligheidsregio en GGD) in de regio Noordoost Brabant.
Ook in 2020 wordt dit voortgezet en krijgt dit onder andere een impuls door een samenwerking van alle projectleiders Omgevingswet van de deelnemende gemeenten.

Belastingsamenwerking Oost-Brabant (BSOB)
Via een kostenverdeelmethode gebaseerd op productiecijfers (o.a. aantal aanslagen en aanslagregels) wordt de deelnemersbijdrage aan BSOB bepaald. De bijdrage is in 2021 gestegen. De grootste oorzaak hiervan is het hoge aantal bezwaarschriften op de WOZ-waarde die ingediend worden via no cure no pay bureaus. Dit is een landelijke trend. BSOB neemt maatregelen om het aantal bezwaren te beperken, voor zover ze daar zelf invloed op kunnen uitoefenen. BSOB werkt een businesscase uit over verdere doorontwikkeling en automatisering binnen hun processen. Om zo te werken aan een toekomstbestendige organisatie. In het najaar stelt het Algemeen Bestuur van de BSOB deze businesscase vast. Het effect hiervan op de deelnemersbijdrage nemen we mee in de Eerste financiële tussenrapportage van 2022.

Regio Noordoost Brabant (RNOB)
In 2020 hebben colleges en raden uit de regio Noordoost-Brabant ingestemd met de nieuwe regionale strategische agenda ‘richting 2030’ en met het verlengen van de samenwerking op basis van het convenant 'regionale samenwerking Regio Noordoost Brabant 2021-2024'. Raden hebben daarnaast kennis genomen van de nieuwe Strategische Agenda van de Stichting AgriFood Capital 2030 en de strategische WERKagenda 'Op weg naar 2030' van Noordoost Brabant Werkt en de bijbehorende financiële bijdragen. In 2021 wordt verder gewerkt aan uitvoeringsprogramma’s.
Vanuit de samenwerking worden drie andere organisaties aangestuurd en gefinancierd:

• AgriFood Capital: de economische ontwikkelingsmaatschappij gericht op een sterke agrifoodregio
• Noordoost Brabant Werkt: de regionale arbeidsmarktssamenwerking voor de ontwikkeling van een veerkrachtige arbeidsmarkt;
• OndernemersLift+: het regionale ondernemerschapsprogramma voor startende en groeiende bedrijven.

Brabants Historisch Informatie Centrum (BHIC)
In 2020 is er een nieuwe directeur aangetreden. René Bastiaanse is opgevolgd door Jan Kriek. In 2020 is de gemeente Boxtel toegetreden tot de Gemeenschappelijke Regeling. De gemeente Haaren is uitgetreden vanwege herindeling. De wijzigingen in deze Gemeenschappelijke Regeling zijn met instemming van alle gemeentes tot stand gekomen (besluit gemeenteraad Oss d.d. 29 oktober 2020).
De aankondiging dat het Rijk terugtreedt als deelnemer van de gemeenschappelijke regeling kreeg in 2020 vaste vorm. Deze terugtreding is voorzien voor 2024. De gevolgen zijn ingrijpend voor het nationaal e-depot, voor de relatie van het BHIC met het Nationaal Archief en ook voor de relatie met andere RHC’s. Het BHIC houdt ons op de hoogte van de ontwikkelingen en consequenties die daar mogelijk uit voortvloeien.
De kans bestaat dat op termijn een tarief in rekening gebracht gaat worden voor het structureel gebruik van het e-depot voor documenten die in oorsprong digitaal zijn aangemaakt (born digital). Op dit moment circuleren bedragen van € 1,10 per inwoner. Op dat moment zullen de kosten van de fysieke en digitale wettelijke archieftaken in samenhang worden bekeken. Afgesproken is dat het BHIC tot en met 2022 dit soort archieven zoveel mogelijk gratis in het e-depot zal opnemen.