Programma 7. Mobiliteit

In de woonwijken en kernen is vooral sprake van bestemmingsverkeer. We hebben een uitgebreid net van comfortabele fietsverbindingen. Als de auto of fiets geen optie is, dan is gebruik van een vorm van openbaar vervoer of kleinschalig georganiseerde vervoersdienst mogelijk. Het verkeer veroorzaakt voor bewoners en gebruikers zo min mogelijk onveilige situaties, hinder van geluid of slechte luchtkwaliteit.

De hoofdinfrastructuur draagt in belangrijke mate bij aan behoud van een goede bereikbaarheid en verkeersveiligheid. Hier liggen ook kansen voor verduurzaming van verkeersbewegingen.
Ook het spoor, kanaal en de haven dragen bij aan een veilige en bereikbare stad op een duurzame manier. Over het water en over het spoor kan eenzelfde aantal personen en goederen worden vervoerd met minder negatieve effecten voor het milieu dan wanneer zij over de weg wordt vervoerd.
We streven naar een toename van het aandeel fiets en openbaar vervoer in de verdeling van vervoer naar vervoerswijzen (zogenaamde modal split). We streven naar geen verkeersdoden en minder of het liefst geen verkeersongevallen. Daar waar verkeer tot overlast leidt, bijvoorbeeld geluidoverlast, zoeken we uit wat er tegen die overlast kan worden gedaan en welke rol de gemeente daarin kan en wil spelen.

• Een betere verkeersveiligheid
• Meer duurzaam verkeer
• Zo min mogelijk overlast van verkeer